mb.jpg

Stadsnatuur is echt

Urbaan ecoloog Ton Denters: 'Amsterdam telt meer plantensoorten dan ooit'

Amsterdam heeft de natuur tot bondgenoot verklaard bij bouw, renovatie en inrichting van de buitenruimte. Natuurinclusief bouwen heet dat, en het was hoog tijd, zegt urbaan ecoloog Ton Denters. 'Steden hebben een water- en hitteprobleem.'

De stad is mensenwerk. Tussen de stenen en het asfalt gaat de natuur zijn eigen weg. De ­stedelijke natuur heeft lang een tweederangs­imago gehad, maar de waardering voor de urbane biodiversiteit kentert. Spontane plantengroei wordt meer getolereerd. Of toegejuicht. 

Zeker door Ton Denters, een urbaan ecoloog die pleit voor een nieuwe kijk op stadsnatuur, voor erkenning van het bijzondere ervan. Hij schreef boeken over de wilde stadsflora, ontdekte daarbij veel nieuwe stadsplanten. Met zijn werk zette hij het 'urbaan district' op de kaart, dat de stad beschrijft als een bijzonder natuursysteem met ­eigen soorten. 

De stedelijke natuur werd lange tijd als minderwaardig beschouwd. Voor echte natuur moesten de stadsbewoners toch naar de Hoge Veluwe of de duinen?
"Het beeld van tweederangsnatuur leefde ook bij vakgenoten. Aan stadsnatuur werd niet gedaan. 'Echte natuur' was daar niet te vinden, daarvoor moesten de stadsbewoners de stad uit, naar natuurgebieden." 

"Toen ik in Amsterdam ging studeren, was ik verbaasd over de ­bijzondere flora die ik op straat aantrof. Over het unieke karakter en de eigenheid van stedelijke flora ben ik gaan publiceren en dat heeft me erkenning opgeleverd."

Wat maakt de natuur in het door u beschreven ­urbaan district zo bijzonder?
"Het urbaan district bestaat uit de grotere stadskernen van Nederland. Het is samen met het district IJsselmeerpolders een gebied dat dusdanig wordt gedomineerd door menselijk ingrijpen dat het niet onder een ander flora­district kan worden geschaard."

"De stedelijke gebieden kenmerken zich onder andere door een relatief hogere temperatuur, waardoor er een specifieke flora is ontstaan. Er zijn in het urbaan district meer dan 1250 soorten gevonden, waarvan een kwart zeldzaam en typisch urbaan is."

Wij mensen denken dat we de stad kunnen plannen, maar onderschatten we daarbij de stadsnatuur?
"Stadsflora is constant aan verandering onderhevig, heeft een enorm aanpassingsvermogen. De kracht achter deze natuur is interessant. ­Benut die kracht bij het opnieuw inrichten van stedelijk gebied." 

"Nog te vaak worden er in de bouwplannen groenstroken ingetekend met onderhoudsintensieve poehaplanten. Faciliteer eerder bestaande flora. Kijk wat er al groeit en goed gedijt, speel in op de bestaande ecologie van de stad."

 

Waarom is de door de Amsterdamse gemeenteraad aangenomen motie natuurinclusief bouwen van belang?
"Het is ten eerste een waardering voor alle bestaande particuliere initiatieven, van geveltuintjes tot groene daken. De natuur krijgt een grote rol bij nieuwbouw, renovatie en herinrichting van de openbare ruimte. Dat is in stedenbouwkundig opzicht ook van groot belang, aanpassen aan de klimaatverandering is een must." 

"Op warme zomerse dagen is het al bijna niet uit te houden in de stad. Bomen geven dan meetbare verkoeling. Bovendien zijn min­der stenen en meer groen goed voor de afwatering van de in intensiteit toenemende neerslag."

De klimaatverandering heeft als bijkomende ­effect dat exoten de stad als nieuwe habitat kiezen? 
"De flora is een goede graadmeter voor het ­opschuiven van soorten door klimaatverandering. Inburgering van nieuwe soorten is trouwens van alle tijden. Maar het tempo is ongelooflijk toegenomen. Werd er vroeger eens in de tien jaar een nieuwe plantensoort in Amsterdam aangetroffen, nu ontdekken we jaarlijks zes nieuwe soorten. De zoveelste nieuwe varen haalt de krant niet meer, hoe bijzonder ook. Amsterdam telt meer soorten dan ooit."

Die biodiversiteit is toch vooral goed nieuws?
"Het is vooral interessant. We zijn getuige van grote veranderingen. Er zijn soorten die goed inspelen op de klimaatveranderingen, maar er zijn ook veel verliezers. Wereldwijd neemt de biodiversiteit af, maar in steden juist toe - met overal meer van hetzelfde."

DOOR: PETER DE BROCK 15 OKTOBER 2017, in Het Parool